Weerstandsvermogen en risicobeheersing

II. Aanwezige risico`s

Open einde regelingen algemeen

De gemeente is op basis van diverse wet- en regelgeving verplicht om hulp of assistentie te verlenen. Dit worden ook wel de open einderegelingen genoemd. De middelen die voor deze regelingen beschikbaar zijn in de begroting kunnen niet toereikend zijn om de werkelijke aanvragen te dekken, indien de vraag onverwacht sterk stijgt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het minimabeleid (waaronder de bijzondere bijstand), de gemeentelijke schuldhulpverlening, Wmo-maatwerkvoorzieningen (zoals hulp bij het huishouden en Begeleiding), bijstandsuitkeringen, de taken die zijn belegd bij IJmond Werkt! in het kader van de Participatiewet en de uitvoering van de Jeugdwet.

Verwacht wordt dat de kosten voor het Sociaal domein zullen toenemen. Onder andere door de ontwikkelingen op het gebied van de zorgvraag en de invoering van het abonnementstarief.
Ook wordt verwacht dat het aantal mensen dat zich meldt voor inkomensondersteuning hoog blijft. We zien een verschuiving van het klantenbestand; het percentage mensen in ons klantenbestand met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt en met multi problematiek neemt toe.

Open einde regeling: Jeugdzorg ontwikkeling zorgvraag

Er is al jaren een stijging zichtbaar van de zorgvraag op gebied van de Jeugdwet. We zien het aantal cliënten stijgen, maar ook de intensiteit en duur van zorgtrajecten. Daarnaast is er ook een groeiend aantal jeugdigen voor wie zeer intensieve zorg nodig is. Deze zorg kent zeer hoge kosten per jongere. Hierdoor zien we de kosten van jeugdhulp ook toenemen.  
Per 1 januari 2023 sloten we meerjarige contracten met 4 samenwerkingsverbanden van jeugdhulpaanbieders (consortia) die complexe jeugdhulp bieden. Een aantal andere contracten voor jeugdhulp sluiten we per 1-1-2024. Gemeenten en consortia borgen op deze manier de continuïteit en beschikbaarheid van jeugdhulp en zorgen samen met andere partners dat de gewenste transformatie in de jeugdhulp plaats gaat vinden. Met als verwacht resultaat minder jeugdigen die specialistische jeugdhulp ontvangen en een daling van de kosten. De implementatie van het nieuwe stelsel en de transformatie vraagt veel aandacht.

Open einde regeling: Abonnementstarief

Een specifiek risico van de open einde regelingen is de eigen bijdrage voor Wmo; het abonnementstarief. Sinds 1 januari 2020 is het abonnementstarief definitief van kracht. Het abonnementstarief is een vast bedrag als eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen. Dit bedrag is maximaal € 19 per maand. De inkomsten aan eigen bijdrage zijn door het abonnementstarief gedaald. Daarnaast leidt de aanzuigende werking van het abonnementstarief tot een stijging in het aantal voorzieningen. Ook andere ontwikkelingen zoals langer zelfstandig wonen hebben invloed op de stijging. Deze ontwikkelingen zien we echter al een aantal jaar. We zagen de afgelopen jaren ook al een flinke stijging in de kosten op de Wmo.

In de Voorjaarsnota 2023 van het Ministerie staat dat het abonnementstarief komt te vervallen per 2026. De eigen bijdrage berekenen we dan op basis van inkomen.

Taakstelling Wmo

Vanaf 2022 is rekening gehouden met de taakstelling voor de Wmo van ruim € 1,0 miljoen. Afhankelijk van de ontwikkeling van de vraag bestaat het risico dat deze taakstelling niet volledig behaald zal worden. Een onderdeel van de taakstelling betreft de kanteling van dagbesteding. Deze is nog niet volledig gerealiseerd. We verwachten dat we de taakstelling hierdoor niet behalen.

Continuïteit zorg

De financiële weerbaarheid van een aantal jeugdhulp organisaties in de regio blijft continu een aandachtspunt. Door een verminderde financiële weerbaarheid kan de continuïteit van zorg aan kinderen en jongeren in de regio mogelijk in gevaar komen. Vanuit deze verantwoordelijkheid die de gemeente hierin heeft, monitoren de gemeenten in de jeugdhulpregio gezamenlijk, in nauw overleg met desbetreffende aanbieders, de financiële positie van de organisaties. De aanbieders Levvel en Kenter zitten nog steeds in financieel zwaar weer. Bij Kenter lopen op dit moment gesprekken samen met de Jeugdautoriteit. Ook voor lhub en Parlan is dit op termijn aan de orde, maar lijkt nu nog beheersbaar.

Complexe casuïstiek Jeugdhulp

De ambitie tot het afschaffen van de gesloten jeugdzorg vraagt veel van de zorgaanbieders/consortia. Het regionaal Expertteam ZKIJ constateert dat er geen passend aanbod is voor zwaar ontregelde kinderen. In de lumpsumbekostiging van de consortia (voor de uitvoering van de jeugdzorg) is geen rekening gehouden met deze extreme kosten die kunnen oplopen tot € 100 duizend per kind/per maand omdat zij bijvoorbeeld 24/7 zorg nodig hebben en/of waarbij 2 hulpverleners (jeugdhulp/medisch, et cetera) zijn betrokken. Op dit moment zijn er 2 kinderen in Velsen (5 in totaal in de regio IJ/ZK), voor wie deze vorm van hulp al is ingezet. Deze kosten kunnen op dit moment niet allen door de zorgaanbieders (vanuit de lumpsumbijdrage) worden gedragen. Vanuit de jeugdwet hebben wij een zorgplicht voor deze kinderen en zijn we dus verplicht om onze (financiële) bijdrage te leveren aan dit soort complexe problematiek. Op de lange termijn is een gesprek gaande met de consortia hoe we met dit soort casussen op een structurele en financieel dekkende manier om kunnen gaan. Tot die tijd is het een behoorlijk risico voor de begroting op Jeugd.

Imagoschade

Als gevolg van incidenten in de eigen sportaccommodaties of elders in de regio kan er imagoschade optreden. Hierbij kan men denken aan legionella, agressiviteit, ernstige overlast, veiligheidsproblemen, et cetera. Het gevolg van deze schade is onder andere terugloop bezoek en inkomstenderving. De organisatie heeft maatregelen getroffen door werkafspraken en het werken met protocollen. Zo is het cruciaal hoe bij incidenten de communicatie naar alle betrokkenen verloopt.

Garanties/Borgstellingen/Achtervang borgstellingen

Dit is het risico dat een partij waarvoor Velsen borg staat niet meer aan zijn/haar verplichtingen kan voldoen. De gemeente Velsen staat borg voor leningen van diverse sportverenigingen tot een bedrag van € 413 duizend (ultimo 2022). Deze tellen voor 10% mee in het risico.

Deze pagina is gebouwd op 02/13/2024 11:50:16 met de export van 02/13/2024 11:37:39